En nu was het hoogst onderhoudend – en ook vleiend omdat ons hierdoor een zekere intimiteit met de materie werd voorgespiegeld, als van leerjongens die in het atelier penselen mogen wassen – om hem te horen aantonen hoe sommige uitdrukkingen van het muzikantenjargon niet van het akoestische, maar van het visuele, het notenbeeld zijn afgeleid; hoe men van occhiali, brilbassen spreekt omdat de gebroken trommelbassen, halve noten waarvan de stokken twee aan twee door balken verbonden zijn, een op een bril gelijkend beeld opleveren; of hoe men bepaalde afgezaagde, trapsgewijs en over gelijke intervallen elkaar aansluitende sequenties ‘schoenmakers-lappen’ noemde.
Thomas Mann, uit Doctor Faustus (pagina 68–69)