Een zogenaamd magisch vierkant, zoals dat naast de zandloper, de passer, de weegschaal, de polyeder en andere symbolen ook op Dürers ‘Melencolia’ te zien is.
Net als daar was de figuur in zestien van Arabische cijfers voorziene velden ingedeeld, en wel zodanig dat de 1 zich in het veld rechtsonder en de 16 zich in het veld linksboven bevond; en de magie – of het curieuze – bestond nu hieruit dat deze getallen, hoe men ze ook op-telde, van boven naar onder, in dwarse richting of diagonaal, altijd de som van 34 opleverden.
Thomas Mann, uit Doctor Faustus (pagina 103)